Naar het nieuwe normaal in de bouwsector

Onze samenleving ging er al te vaak vanuit dat de bouwsector minder gevoelig zou zijn voor veranderingen en digitalisatie dan andere sectoren. Algemeen werd aangenomen dat de bouw wel zou standhouden. In werkelijkheid blijkt de bouw even kwetsbaar voor veranderingen als andere industrietakken.

In 2017 bestudeerde het McKinsey Global Institute (MGI) de evolutie in de bouwindustrie. Het onderzoek was gebaseerd op meer dan honderd gesprekken met experts en verantwoordelijken, theses uit andere industrietakken, ervaringen uit de bouwsector zelf en enquêtes bij meer dan vierhonderd vooraanstaande industriëlen. Het rapport gaf toen al aan op welke manier de sector zou kunnen veranderen om de productiviteit met 50 tot 60% te verbeteren. De sector had de boodschap begrepen en begon te innoveren. Op het moment van de publicatie van de studie sloeg Covid-19 toe. De verstoring werd plots abrupter en de evolutie naar ‘het nieuwe normaal’ in de bouwsector zou sneller moeten gaan. De sector worstelt met de economische onrust, de veranderde vraag, de opgelegde beperkingen en andere werkmethodes in tijden van pandemie. Maar crisissen scheiden het kaf van het koren. Uit crisissen komen winnaars en verliezers. Want de pandemie is meteen een uitgelezen kans om veranderingen door te voeren, bedrijfsvoering aan te passen aan de nieuwe leefwereld en een nieuwe industriële structuur te creëren.

Naar het nieuwe normaal in de bouwsector
Download PDF via mckinsey.com

Conservatief

De bouwsector heeft niet de naam dat hij zich snel en gemakkelijk aanpast aan nieuwe uitdagingen. De sector reageerde altijd al vrij conservatief en aan de basis daarvan lagen externe marktfactoren, een gefragmenteerde en complexe business en een grote, algemene terughoudendheid om risico’s te nemen. Covid-19 heeft de noodzakelijke omschakeling in een hogere versnelling geduwd. Het is nu belangrijker dan ooit om gedurfde en strategische beslissingen te nemen en als winnaar uit de crisis te komen.

Eerder al gaven heel wat studies afzonderlijke trends aan, zoals modulair bouwen, milieuefficiëntie en duurzaamheid. Het rapport van McKinsey gaf aan hoe het hele gamma van innovatieve trends de sector ernstig zal hervormen, werkte toekomstige scenario’s uit en legde daar kwantitatieve modellen en verdienmodellen naast, gebaseerd op hedendaagse bedrijfsgegevens. De toekomstscenario’s die daaruit werden afgeleid, bewezen ten overvloede dat de veranderingen de hele waardeketen van de bouwsector zal raken en dat dat proces op een zekere schaal al is begonnen. Het onderzoek leidde onder meer tot volgende conclusies.

  • De bouwsector is wereldwijd de grootste industriële sector en toch presteert hij niet voldoende, zelfs in normale tijden. De sector is goed voor 13 procent van het bruto binnenlands product, maar haalde de voorbije twintig jaar jaarlijks amper één procent groei. Het is traditie dat timing en kosten telkens weer worden overschreden en de winst voor belastingen ligt op amper vijf procent.
  • De nieuwe uitdagingen zullen de bouwsector radicaal veranderen. Gelijkaardige industrietakken hebben zich al deels aangepast. Almaar strenger wordende milieueisen, duurzaamheidseisen, meer druk naar kostenvermindering, tekort aan gespecialiseerde werklui en vaklui, nieuwe materialen, productietechnieken en digitalisatie dwingen de bouwsector om zich aan te passen en voor verandering te kiezen. Andere toekomstige uitdagingen zijn specialisatie, een betere controle van de waardeketen en meer klantgerichtheid en branding. Door meer internationaal te werken krijgen we de schaalgrootte die nodig is om meer te kunnen investeren in digitalisatie, onderzoek en ontwikkeling, uitrusting, duurzaamheid en menselijk kapitaal.
  • Covid-19 zal de veranderingen versnellen. Het onderzoek geeft aan dat de sector er totaal anders zal uitzien over nauwelijks vijf tot tien jaar. Op sommige uitdagingen wordt de volgende vijf jaar al grotendeels ingegaan. Bewijzen daarvan zijn nu al te zien. Het marktaandeel van modulaire bouw bijvoorbeeld is in Noord-Amerika tussen 2015 en 2018 met 50% gestegen. De uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling bij de 2.500 grootste bouwbedrijven wereldwijd zijn gestegen met 77% sedert 2013. Twee derde van de bedrijfsleiders uit het onderzoek gelooft dat Covid-19 de transformatie zal versnellen en de helft van de bedrijfsleiders heeft met het oog daarop zijn investeringen al opgedreven.
  • Bedrijfsleiders die de shift maken wacht jaarlijks wereldwijd 265 miljard dollar. Die extra waarde komt voort uit nieuwe activiteiten, zoals off site fabricatie. Als de bouwsector daar gepast en tijdig op inspeelt, zou dat de winst kunnen verhogen van de huidige 5% naar 10% in de nabije toekomst. De aanpassing aan de nieuwe uitdagingen zal sterk verschillen naargelang de sector – woningbouw, infrastructuur en industriële bouw – maar elke sector zal er profijt uit halen. De snelste spelers en degenen die zich het makkelijkst aanpassen, kunnen hun concurrenten uitrangeren en aanspraak maken op het leeuwendeel van de winsten.
  • Om te kunnen overleven en gedijen moeten actoren nu reageren. Iedereen in de waardeketen moet nu strategieën ontwikkelen om in te spelen op de veranderingen. Dat geldt des te meer voor engineering en ontwerp, distributie en logistiek, algemene aanneming en gespecialiseerde onderaanneming. Wie zich niet onderscheidt, riskeert snel marktaandeel te verliezen. Bedrijven kunnen zich verdedigen door zich aan te passen aan de veranderende omgeving of door zichzelf heruit te vinden en voordeel te halen uit de veranderingen. Investeren in de flexibiliteit van de organisatie is een must.
  • Investeerders moeten zich goed laten adviseren over de uitdagingen en de veranderingsprocessen, zodat ze een vooraanstaande rol kunnen opnemen om er op in te spelen. Beleidsverantwoordelijken moeten de industrie helpen om productiever te worden en tot betere huisvesting en infrastructuur te komen voor hun burgers. En eigenaars die een rol spelen in het veranderingsproces moeten kunnen genieten van betere infrastructuur tegen een lagere kostprijs.

Sterker uit coronacrisis

Engineering, bouw en bouwmaterialen zijn van levensbelang om onze maatschappij en onze economie te laten herstellen van een pandemie. Maar de bouwsector heeft ook zwaar geleden. In heel wat landen werd de bouwactiviteit minstens tijdelijk stilgelegd, logistiek en leveringen kwamen in het gedrang en er werden beperkende maatregelen opgelegd. De pandemie beïnvloedde ook de bevoorrading. Bouwvakkers werden gehinderd in hun mobiliteit en geraakten moeilijker op de werf. Daar moesten ze dan voldoen aan nieuwe maatregelen die hun productiviteit verminderde. Doordat productie en distributie enige tijd stillagen, waren sommige bouwmaterialen tijdelijk niet meer voorradig. Dat heeft uiteraard zijn invloed gehad op de financiële resultaten van de hele sector.

Covid-19 zal wellicht nog meer economische impact hebben dan de financiële crisis van 2008 en de verschillen tussen organisaties die zich aanpassen en het voortouw nemen in het nieuwe normaal en degene die dat niet doen, zullen nog groter zijn. Zelfs voor de coronacrisis stagneerde de productiviteit in de bouwsector en waren zowel het digitalisatieniveau als de winstgevendheid laag. Te veel maatwerk, een gefragmenteerde sector en een te hoog aandeel handenarbeid op de werven lagen aan de basis.

De tweede golf en de bijbehorende maatregelen doen vermoeden dat we het niveau van economische activiteit uit 2019 pas op zijn vroegst opnieuw halen in 2023. Verminderde economische activiteit, inkomensverlies en gebrek aan consumentenvertrouwen zullen ongetwijfeld de vraag naar nieuwe bouwprojecten doen stagneren of verminderen.

Een terugkeer naar ‘business as usual’ lijkt onwaarschijnlijk. Wat we eerst nodig hebben, is een duidelijk toekomstbeeld van hoe de bouwsector er na de coronacrisis zal uitzien en een strategie om ons daarop voor te bereiden.

Zeven acties voor succes

Heel wat bedrijven zetten stappen om hun strategie en procedures te hervormen na de pandemie. De volgende zeven acties kunnen helpen om bedrijven voor te bereiden op het nieuwe normaal.

  1. Versnel de invoering en de uitrol van de digitalisatie. Er is geen tijd meer om te experimenteren. Organisaties moeten digitale tools die hun succes bewezen hebben, zo snel mogelijk leren gebruiken. Meer en meer organisaties in de bouw kiezen voor werken op afstand. Ontwerpers en ingenieurs vertrouwen volledig op digitale tools om samen te werken, zoals het building-information modeling (BIM). Zij gebruiken 4D- en 5D-simulaties om projecten te plannen en schema’s te optimaliseren. Geïntegreerde oplossingen met digitale tweelingen worden ingezet van ontwerp tot afwerking en aannemers gebruiken apps om het welzijn van hun werknemers te monitoren, materialen te bestellen of hun voorraden en financiën te beheren.
  2. Investeer in de cultuur en de vaardigheden die u nodig hebt in het nieuwe normaal. Een evenwicht tussen prestatie en gezondheid is op elk moment cruciaal en in deze moeilijke coronatijden is het meer dan ooit belangrijk. Bedrijfsleiders moeten investeren in het welzijn van hun werknemers en in een duidelijke arbeidscultuur. Dat vermindert onder andere de risico’s van werken op afstand en het vergroot het engagement van de werknemers.
  3. Bouw een controlesysteem uit over uw organisatie. In een wereld waar prijzen onder druk staan moeten bedrijven voorkomen dat ze worden uit de markt gedrukt. Bedrijven hebben nood aan een centrale monitoring die snel bedreigingen, noden en tekorten kan identificeren in de organisatie en er ook op kan reageren. Een realtime duidelijk zicht op werkprocessen, materiaalinventarisatie, onderaannemers, diensten en kosten maakt het mogelijk om snel in te grijpen bij mogelijke problemen.
  4. Versterk de veerkracht van uw bevoorradingsketen. De pandemie was voor veel bedrijfsleiders een goede aanleiding om de zwakke punten in hun bevoorradingsketen in kaart te brengen. De keten kan versterkt worden door voorraad op te bouwen, back-ups te voorzien voor leveranciers en distributeurs en arbeiders in te huren die onderaannemers in tijden van nood kunnen vervangen. Zo verlaagt men niet alleen de risico’s, maar stimuleert men ook de toekomstige productiviteit. De aannemingspraktijken vandaag – vaak gefragmenteerd en veelsoortig – belemmeren immers vaak grootschalige veranderingen in de manier van werken, de invoering van digitale tools, algemene investeringen en onderzoek en ontwikkeling.
  5. Zet kapitaal en grondstoffen in. Om de heropleving van de crisis te ondersteunen moeten bedrijfsleiders hun prioriteiten weer scherper in kaart brengen. Als antwoord op Covid-19 zal men willen teruggrijpen naar acties die lang geleden werden gepland, maar altijd werden uitgesteld. Weeg die keuzes tegen elkaar af en ga na voor welke strategische acties u kapitaal, grondstoffen of capaciteit wil inzetten op de economisch meest verantwoorde manier. Zo kunt u focussen op uw corebusiness en tegelijk minder winstgevende bedrijfstakken selectief verlaten.
  6. Ga na welke kansen u hebt om een omslag te maken naar productie buiten de werf (off site). Leveranciers en onderaannemers zouden best een inventaris maken van elementen en deelsystemen die kunnen worden geprefabriceerd in een gecontroleerde omgeving. Op langere termijn kan worden gezocht naar grotere bouwelementen die buiten de werf kunnen worden gemodelleerd. Die verandering kan producenten van bouwmateriaal inspireren om nieuwe producten te ontwikkelen die het bouwproces op de werf vergemakkelijken. Productie buiten de werf is vaak ook milieuvriendelijker, omdat er minder afval wordt geproduceerd, er minder geluids- en stofoverlast is voor de omgeving en het als basis kan dienen voor circulair bouwen.
  7. Versterk het contact met uw klanten. De voorkeuren van uw klanten veranderen. Om er maar een paar te noemen: meer ecologisch werken, telewerken, op maat werken. Maar er volgen nog aangepaste voorkeuren en de meeste zijn blijvers voor de toekomst. Daarom is het belangrijk om dicht bij uw klanten te staan en snel aan te voelen wat hun wensen zijn, zodat u daar snel en tijdig kunt op inspelen.