Maken asbestdetectiekits een snellere werf mogelijk?

Als tijdens sloop- of renovatiewerkzaamheden bouwmaterialen worden aangetroffen die mogelijk asbest bevatten, moet de aannemer stalen nemen en een gespecialiseerd laboratorium inschakelen. Een dure en tijdrovende procedure. Asbestdetectiekits, waarmee de aannemer zelf de nodige testen op de werf kan uitvoeren, bieden misschien een uitkomst. Dit artikel behandelt twee innovatieve technologieën.

Detectie met infrarood

Voorlopig is enige voorzichtigheid aangeraden. Op de markt is een kit op basis van infrarooddetectie beschikbaar, maar volgens een wetenschappelijke studie laat de betrouwbaarheid daarvan te wensen over. De test bleek fout-negatieve resultaten op te leveren, hoofdzakelijk dan bij lage asbestgehaltes en voor bepaalde, zeer sterk gebonden materialen, zoals mastieken, voegen en tegellijmen. Fout-positieve resultaten doken op als het geanalyseerde materiaal silicaat- of carbonaatmineralen (bv. talk of minerale fillers in verven of coatings) bevat die een spectrum hebben dat gelijkaardig is aan dat van asbest.

Voor leien of golfplaten in asbestcement lijkt de test wel betrouwbaar. Wel is de techniek alleen geschikt om voldoende reflecterende materialen te testen. Daardoor blijft de toepassingsmogelijkheid op bouwwerven beperkt.

Detectie op basis van biomoleculen

Een andere methode, afkomstig uit de biotechnologie, lijkt betrouwbaarder en vollediger. Deze techniek maakt gebruik van biomoleculen, meer bepaald proteïnen of peptiden, die zich aan asbestvezels hechten en zo hun aanwezigheid helpen bepalen.

Een studie aan de universiteit van Hiroshima wees uit dat een combinatie van twee proteïnes bruikbaar was om meerdere asbesttypes te detecteren. Dat leidde tot een octrooi en een in-situ detectiekit. Alleen: de techniek spitst zich enkel toe op de detectie van asbestvezels in de lucht op filters en vereist het gebruik van een fluorescentiemicroscoop op de werf, wat niet evident is.

ADEKIT

Eveneens vertrekkend vanuit de biotechnologie toonden Symbiose Biomaterials en het WTCB aan dat specifieke peptiden (Genetically Engineered Peptides for Inorganics – GEPIs) kunnen worden benut om asbestvezels te detecteren in bouwmaterialen. In het kader van het project ADEKIT, gesubsidieerd door het Waalse Gewest, werden meerdere GEPIs geïdentificeerd die toelaten om op een betrouwbare manier chrysotiel te detecteren, alsook de andere asbesttypes. Op basis hiervan werd een praktische, op de werf bruikbare methode ontwikkeld: een verdacht stuk materiaal wordt ondergedompeld in een vloeistof, die van kleur verandert bij de aanwezigheid van asbest.

De vloeistof verandert van kleur in de aanwezigheid van asbest.

De universiteit van Luik en het WTCB leggen zich momenteel toe op de verdere ontwikkeling van deze technologie, die gedekt wordt door twee octrooien. Daarnaast wordt er een industriële partner gezocht om deze veelbelovende kit te produceren en te commercialiseren.